Prinsjesdag: maatregelen werkgever

20 september 2023

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding is een gerichte vrijstelling in de loonbelasting. Hiermee kan een werkgever aan een werknemer een vergoeding tot maximaal € 0,21 per kilometer toekennen voor zakelijke kilometers, inclusief woon-werkkilometers. De werknemer hoeft hierover geen loonbelasting te betalen en de werkgever hoeft dit niet toe te rekenen aan de vrije ruimte van de werkkostenregeling.

Al in het coalitieakkoord werd afgesproken om de onbelaste reiskostenvergoeding stapsgewijs te verhogen. Met het Belastingplan 2023 werd de onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2023 verhoogd van € 0,19 naar € 0,21 en zou het maximum per 1 januari 2024 verder worden verhoogd naar € 0,22. De toezegging werd door het kabinet gedaan zich in te zetten voor een verdere verhoging per 1 januari 2024 naar € 0,23.

Deze toezegging wordt nagekomen en voorgesteld wordt het maximale onbelaste bedrag per 1 januari 2024 te verhogen naar € 0,23 per zakelijke kilometer. Deze maximale onbelaste kilometervergoeding blijft gelden voor alle vervoersmodaliteiten.

De verhoging van het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding geldt ook voor de aftrekbaarheid van de reiskosten van IB-ondernemers en resultaatgenieters ingeval van het gebruikmaken van een tot het privévermogen behorend vervoermiddel. Daarnaast worden de overige forfaits in de inkomstenbelasting eveneens verhoogd. Het betreft de aftrek specifieke zorgkosten voor reiskosten ziekenbezoek, de kilometervergoeding voor weekenduitgaven gehandicapten en de giftenaftrek als een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding.

Verruiming vrijstelling OV-abonnementen en voordeelurenkaarten

Voorgesteld wordt om het privégebruik van een OV-kaart die wordt vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld door de werkgever gericht vrij te stellen. Dit leidt ertoe dat, onafhankelijk hoe een werkgever een OV-kaart aanbiedt aan de werknemer, er geen belasting is verschuldigd, mits de werknemer de OV-kaart ook (in welke mate dan ook) voor zakelijke reizen (waaronder woon-werkverkeer) gebruikt. Bovendien kan het verruimen van de vrijstelling een stimulans zijn voor het gebruik van het openbaar vervoer voor zowel zakelijke als privéreizen.

Zolang de werkgever aannemelijk kan maken dat sprake is van zakelijk gebruik hoeft een werkgever geen registratie van privé en zakelijk gebruik meer bij te houden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling.

Herstel maximumbedrag aan vrije ruimte werkkostenregeling

In het Belastingplan 2023 is het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte van de werkkostenregeling voor het kalenderjaar 2023 verhoogd van 1,7% naar 3%. Dit percentage wordt met ingang van 1 januari 2024 weer verlaagd van 3% naar 1,92%. Gebleken is dat bij deze wijzigingen het maximumbedrag aan vrije ruimte in die eerste schijf per abuis niet is aangepast.

Met de voorgestelde wijziging wordt het maximumbedrag alsnog met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 aangepast. Deze terugwerkende kracht zal in principe geen gevolgen hebben voor inhoudingsplichtigen, aangezien de meeste inhoudingsplichtigen pas na afloop van het kalenderjaar een eventueel verschuldigde eindheffing vanwege overschrijding van de vrije ruimte moeten bepalen.

Daarnaast wordt voorgesteld de wettelijke bepaling per 1 januari 2024 zodanig vorm te geven dat bij een toekomstige aanpassing van het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte van de werkkostenregeling geen aanpassing van het maximumbedrag hoeft plaats te vinden.

Belastingplan 2024

Lees hier alle maatregelen uit het belastingplan 2024 die op Prinsjesdag 2023 zijn gepresenteerd.

Vragen?

Neem gerust contact op met Fabiënne Hol- van Goethem, belastingadviseur, via e-mail of per telefoon op +31 (0)40 240 9464 of met een van onze specialisten die rechtsboven op deze pagina staan vermeld.