Belangrijke wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling

Belangrijke wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling

13 september 2023

Zoals je misschien weet is de bedrijfsopvolgingsregeling (hierna: de BOR) al enige tijd onderwerp van gesprek in politiek Den Haag. Als vervolg op ons eerdere nieuwsbericht in januari 2023, geven we je informatie over de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de BOR en doorschuifregeling in de inkomstenbelasting (hierna: DSR).

Update juli 2023

Op 29 juni 2023 is de Tweede Kamer door het kabinet geïnformeerd over de uitkomsten van het vervolgonderzoek bedrijfsopvolgingsregelingen. In de Kamerbrief zijn de voorgenomen aanpassingen uitgebreid toegelicht, waardoor er steeds meer duidelijkheid ontstaat over de toekomst van de BOR en DSR.

 

Gelet op de uitkomsten van de CPB-evaluatie van eind april 2022 heeft het kabinet eerder dit jaar, op 28 april 2023, de meeste wijzigingen in de BOR en DSR al aangekondigd in de Voorjaarsnota[1]. Naast de genoemde maatregelen in de Voorjaarsnota stelt het kabinet één extra maatregel voor.

 

De voorstellen

De negen definitief aangekondigde voorstellen zijn:

 

Per 1 januari 2024

  1. Verhuurd vastgoed wordt standaard aangemerkt als beleggingsvermogen.

Per 1 januari 2025

  1. De vrijstelling in de BOR wordt aangepast, zodat vanaf 2025 100% van de goingconcernwaarde tot € 1,5 miljoen wordt vrijgesteld, en 70% van het meerdere;
  2. De 5% doelmatigheidsmarge voor de BOR en DSR wordt afgeschaft;
  3. Bedrijfsmiddelen die zowel voor andere dan de bedrijfsdoeleinden van de onderneming als zakelijk worden gebruikt (zoals privé-doeleinden), kwalificeren slechts voor de BOR en DSR voor zover deze voor bedrijfsdoeleinden in de onderneming worden gebruikt;
  4. De dienstbetrekkingseis in de DSR vervalt;

Per 1 januari 2026

  1. Toegang tot de BOR en DSR wordt (veelal) beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% in het geplaatste kapitaal. De huidige verwateringsregel voor belangen kleiner dan 5% blijft vooralsnog wel bestaan en een opvolging met preferente aandelen blijft mogelijk. Het begrip preferente aandelen wordt wettelijk gedefinieerd;
  2. De BOR en DSR kunnen bij schenking slechts worden toegepast als de verkrijger minimaal 21 jaar is;
  3. De bezits-en voortzettingseis in de BOR worden versoepeld;
  4. Constructies (rollator-investeringen en dubbel-BOR) in de BOR worden aangepakt;

 

In de Kamerbrief van 29 juni 2023 wordt aangegeven dat de wetstechnische uitwerking gespreid  mee loopt in de Belastingplannen voor 2024 en 2025. Verdere details van de aangekondigde wijzigingen worden op Prinsjesdag 2023 verwacht.

 

Wat is het doel van de BOR?

De  BOR is een faciliteit waarmee een onderneming op een fiscaal gunstige wijze kan worden overgedragen aan bedrijfsopvolgers. Het doel van deze faciliteit is onder andere het waarborgen van de continuïteit van familiebedrijven. Deze zou namelijk in gevaar kunnen komen op het moment dat veel geld uit de onderneming gehaald moet worden om aan de erf- of schenkbelasting te voldoen bij een overdracht naar de volgende generatie.

 

Denk na over de toekomst

Nu het tijdspad en de voorgenomen maatregelen met betrekking tot de BOR en DSR meer concreet zijn, is dit misschien het juiste moment om na te denken over de toekomst van je onderneming. Vanzelfsprekend staan wij voor je klaar om met je mee te denken over de mogelijkheden van een overdracht naar de volgende generatie. Uiteraard houden wij je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom de BOR en DSR. Wij benadrukken dat de fiscale vrijstellingen nooit de enige reden moet zijn voor een bedrijfsoverdracht.

 

Neem contact op!

Wil je meer informatie over de wijze waarop wij je helpen met een succesvolle bedrijfsoverdracht? Waar we oog hebben voor de onderlinge familieverhoudingen, dynamiek en waarde van een familiebedrijf, juridische vormgeving en fiscaliteit? Neem dan contact op met Gavin Vree en Inge te Boekhorst, per e-mail gvree@joanknecht.nl en itboekhorst@joanknecht.nl of per telefoon op +31 (0)40 240 9530.

[1] Kamerstukken II 2022/23, 36350, nr. 1.