Wijzigingen in de btw per 1 januari 2025

Wijzigingen in de btw per 1 januari 2025

01-01-2025

Vanaf 1 januari zijn er een aantal belangrijke regelingen in de btw gewijzigd, in dit nieuwsbericht bespreken we deze wijzigingen.

Verhoging btw-tarief op bepaalde agrarische goederen

Op 1 januari 2025 gaat het btw-tarief op bepaalde agrarische goederen die voornamelijk aan agrarische ondernemers worden geleverd omhoog van 9% naar 21%. Het gaat om granen en peulvruchten die geen voedingsmiddel zijn, pootgoed voor de teelt van groenten en fruit, (pluim)vee en slachtafval, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol.

 

Plaats van dienst bij virtuele diensten

Ben je organisator van virtuele diensten zoals online conferenties, livestream lezingen, en on demand trainingen? Let dan op. Mogelijk ben je vanaf 1 januari 2025 in een ander land btw verschuldigd. Vanaf 1 januari zijn deze virtuele diensten namelijk belast in het land waar de afnemer woont of is gevestigd. Dit betekent dat dan de btw-regels van dat land gelden.

 

Wijziging margeregeling

Vanaf 1 januari 2025 is de margeregeling niet meer van toepassing als de goederen zijn aangekocht tegen het verlaagde btw-tarief. Bij de verkoop van deze goederen na 1 januari 2025 is dus btw verschuldigd over de volledige vergoeding.  Als de goederen niet zijn verkocht voor 1 januari 2025, mag de voorbelasting in aftrek worden gebracht in het eerste tijdvak van 2025.

 

Btw op servicekosten

Bij de verhuur van onroerende zaken brengt de verhuurder in bepaalde gevallen servicekosten in rekening. Bijvoorbeeld voor schoonmaak, reparaties of de levering van gas, water en elektriciteit. De vraag is dan of deze servicekosten belast of vrijgesteld zijn van btw. Het beleid om te bepalen of er sprake is van belaste of vrijgestelde dienstverlening is gewijzigd. Het overgangsrecht verloopt op 1 januari 2025.

 

Voor een uitleg over wanneer sprake is van belaste dan wel vrijgestelde dienstverlening verwijzen wij je naar Nieuw btw-vastgoedbesluit 2023: veranderingen nutsvoorzieningen en servicekosten.

 

Wijzigingen in de kleine ondernemersregeling (KOR)

Met ingang van 1 januari zijn er een aantal wijzigingen in de KOR.

  • De drie-jaar eis komt te vervallen

Vanaf 1 januari 2025 valt voor de in Nederland gevestigde ondernemer de eis om minimaal drie jaar onder te KOR te vallen weg. Het is voor ondernemers nu mogelijk om ieder moment af te melden voor de KOR.

  • Opnieuw aanmelden voor de KOR kan sneller

Voor 2025 was het zo dat wanneer een ondernemer zich afmeldt voor de kor, deze drie jaar moest wachten om zich opnieuw aan te melden. Ook deze regel wordt per 1 januari vervangen. De uitsluitingsperiode van drie jaar wordt verkort met een periode van het restant van het betreffende jaar en het daaropvolgende kalenderjaar

  • Omzetgrens KOR

De omzet per kalenderjaar mag maximaal € 20.000 zijn. Dat geldt voor het kalenderjaar van aanmelding, én het kalenderjaar daarvoor.

 

Invoering EU-KOR

Vanaf 1 januari 2025 kan een ondernemer die in Nederland is gevestigd ervoor kiezen gebruik te maken van de KOR in een andere EU-lidstaat. Ook kan een ondernemer die is gevestigd in een andere EU-lidstaat kiezen voor het gebruik van de KOR in Nederland.

 

Wijziging plaats van dienst bij virtuele diensten

Ben je organisator van virtuele diensten zoals online conferenties, livestream lezingen, en on demand trainingen? Let dan op. Mogelijk ben je vanaf 1 januari 2025 in een ander land btw verschuldigd. Vanaf 1 januari zijn deze virtuele diensten namelijk belast in het land waar de afnemer woont of is gevestigd. Dit betekent dat dan de btw-regels van dat land gelden.

 

Situatie tot 1 januari 2025

Tot 1 januari 2025 is btw verschuldigd in het land waar de diensten van culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve aard of vermakelijke aard (hierna: vermakelijkheidsdiensten) daadwerkelijk plaatsvinden.

Ook als een evenement virtueel wordt bijgewoond is btw verschuldigd in het land waar het evenement daadwerkelijk plaatsvindt.

 

Situatie per 1 januari 2025

Omdat de plaats van dienst niet aansloot bij het beginsel dat de btw geheven dient te worden in het EU-land waar de dienst daadwerkelijk wordt verbruikt, wordt de regeling per 1 januari 2025 gewijzigd. Vanaf deze datum is de plaats van dienst van virtuele vermakelijkheidsdiensten daar waar de afnemer is gevestigd of zijn vaste inrichting heeft (B2B) of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft (B2C).

 

Gevolgen

  • Als jouw afnemer in hetzelfde land woont of is gevestigd als waar het evenement plaatsvindt, dan wijzigt er niets voor je.
  • Vaak hoef je je niet te registreren in het land van verbruik. Er geldt namelijk een verleggingsregeling indien de afnemer een ondernemer is.
  • Als de afnemer geen ondernemer is, dan draag je btw af in het land waar de afnemer zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft. Voor de afdracht van buitenlandse btw kan je gebruik maken van het éénloketsysteem. Met dit systeem kan je de verschuldigde btw over de virtuele vermakelijkheidsdiensten afdragen in één land.

Als evenementen zowel fysiek als online plaatsvinden dan is nog steeds gedeeltelijk btw verschuldigd in het land waar het evenement plaatsvindt

 

Wijziging margeregeling

De margereling is een speciale regeling voor ondernemers die handelen in tweedehands goederen, kunstvoorwerpen, verzamelobjecten en antiquiteiten en voorkomt dat deze goederen volledig in de btw-heffing worden betrokken: onder de margeregeling wordt btw niet berekend over de omzet, maar over de winstmarge.

 

Aanvullende margeregeling

De margeregeling geldt in principe enkel voor (gebruikte) goederen die zijn ingekocht zonder btw. Echter, de margeregeling geldt op verzoek ook voor kunst, antiek of verzamelobjecten die tegen het verlaagde btw-tarief zijn aangekocht of die zijn ingevoerd of intracommunautair verworven zijn. Als ervoor wordt gekozen om de margeregeling toe te passen op deze goederen, mag de btw op de aankoop niet in aftrek worden gebracht en vormt dus een kostenpost.

 

Wijziging aanvullende margeregeling

Door toepassing van de aanvullende margeregeling was het voor ondernemers aantrekkelijk om deze goederen te importeren en verkopen vanuit lidstaten met lagere btw-tarieven. Om deze concurrentievervalsing aan te pakken worden de regels voor de aanvullende margeregeling vanaf 1 januari 2025 gewijzigd. Vanaf 1 januari 2025 is de margeregeling niet meer van toepassing op goederen die tegen het verlaagde tarief zijn aangekocht, ingevoerd of intracommunautair zijn verworven.

 

Mochten goederen die zijn aangekocht tegen het lage tarief nog niet zijn verkocht voor 1 januari 2025, dan mag de margeregeling dus niet meer worden toegepast op de latere verkopen.

 

Let op! Omdat de margeregeling niet meer van toepassing is, is er mogelijk ook buitenlandse btw verschuldigd bij de verkoop van deze goederen aan een koper in een ander EU-land.

 

Overgangsregeling

Als goederen zijn aangekocht tegen het verlaagde tarief en nog niet verkocht voor 1 januari 2025, dan mag de betaalde btw op deze aankopen alsnog in aftrek worden gebracht. Deze btw kan alleen in aftrek worden gebracht in het eerste tijdvak van 2025.

 

Toepassing kleine ondernemersregeling (KOR) in andere EU-landen

De kleine ondernemersregeling (KOR) is een btw-vrijstelling. Dit betekent dat je bij toepassing van de KOR geen btw in rekening brengt aan jouw afnemers en dat je de btw op kosten en investeringen niet kan terugvragen. Als je aan de voorwaarden voldoet, dan kan je ervoor kiezen om de KOR toe te passen. Dit is dus geen verplichting.

 

EU-KOR

Vanaf 1 januari 2025 kan een ondernemer die in Nederland is gevestigd ervoor kiezen gebruik te maken van de KOR in een andere EU-lidstaat. Ook kan een ondernemer die is gevestigd in een andere EU-lidstaat kiezen voor het gebruik van de KOR in Nederland.

Met de EU-KOR bereken je geen btw aan klanten in andere EU-landen. Ook trek je daar geen btw af. Je hoeft in de landen waar je kiest voor toepassing van de EU-KOR dus geen btw-aangifte te doen. Wel moet je elk kwartaal een opgaaf kwartaalomzet indienen. Dat is een overzicht van de omzet die je in een kwartaal in de hele EU hebt behaald.

 

Voor deelname aan de EU-KOR gelden een aantal voorwaarden:

  1. De onderneming is gevestigd in Nederland
  2. De omzet is niet hoger dan de nationale omzetgrens in het betreffende EU-land
  3. De totale omzet in de EU is niet hoger dan € 100.000 per kalenderjaar
  4. De onderneming is geen deelnemer aan de invoerregeling

 

Voor de bepaling of de omzetgrens wordt overschreden telt alle omzet mee die is belast tegen een algemeen, verlaagd of 0%-tarief en omzet waarbij de btw is verlegd naar de afnemer. Ook telt sommige vrijgestelde omzet mee. Het gaat om goederen en diensten die te maken hebben met onroerende zaken (inclusief verhuur), betaalmiddelen, effecten, financiële diensten en verzekeringsdiensten. Bij toepassing van de margeregeling of de reisbureauregeling moet bij het bepalen van de omzet niet uitgegaan worden van de winstmarge, maar van het bedrag waarvoor de goederen en/of diensten zijn geleverd.

 

Let op!

Als je kiest voor toepassing van de EU-KOR dan heeft dit mogelijk ook gevolgen voor de eerder door jou in aftrek gebrachte btw.