Signing en Closing: het verschil

Signing en Closing: het verschil

28 mei 2025

Wanneer partijen overeenstemming bereiken over de inhoud van de koopovereenkomst, inclusief bijlagen en overige transactiedocumentatie, lijkt de deal rond. Op dat moment vindt de signing plaats: de formele ondertekening van de overeenkomst. Toch is de aandelenoverdracht daarmee nog niet voltooid. 

Aandelen kunnen pas daadwerkelijk geleverd worden via een notariële akte van levering – een stap die bekendstaat als de closing. In veel gevallen streven koper en verkoper ernaar om signing en closing op hetzelfde moment te laten plaatsvinden. De overeenkomst wordt dan getekend, de koopsom voldaan en de transactie officieel vastgelegd. Maar in de praktijk is gelijktijdige uitvoering niet altijd mogelijk. In dit artikel gaan we dieper in op het onderscheid tussen signing en closing, en de juridische en praktische implicaties daarvan.

 

Opschortende voorwaarden

Het komt regelmatig voor dat de ondertekening van de koopovereenkomst (signing) en de daadwerkelijke overdracht van de aandelen (closing) niet op hetzelfde moment plaatsvinden. Vaak is de overeenkomst dan gesloten onder opschortende voorwaarden: bepalingen die eerst vervuld moeten zijn voordat de closing kan doorgaan. Die voorwaarden kunnen zowel juridisch als praktisch van aard zijn, en vallen niet altijd volledig binnen de invloedssfeer van koper of verkoper.

Een veelvoorkomende opschortende voorwaarde is het verkrijgen van financiering. Soms is de financiering in principe toegezegd, maar moeten nog documenten worden opgesteld of zekerheden verstrekt worden. Ook kan het zijn dat partijen nog cruciale informatie wensen te verkrijgen vóór closing, zoals de resultaten van een bodemonderzoek of een nadere controle van buitenlandse dochtervennootschappen of vestigingen.

Voor grotere transacties kan goedkeuring van mededingingsautoriteiten (bijvoorbeeld de Europese Commissie of nationale kartelwaakhonden) vereist zijn. Ook interne toestemmingen kunnen een rol spelen, zoals goedkeuring door een raad van commissarissen, aandeelhouders of een investeringscomité.

Verder kunnen contractuele voorwaarden een rol spelen. Veel commerciële contracten bevatten zogenoemde change of control-bepalingen, die de wederpartij het recht geven het contract te beëindigen als het eigendom van de onderneming wijzigt. Dit komt regelmatig voor in joint ventures, distributieovereenkomsten, licenties of bij bancaire financiering. Koper zal uiteraard vooraf duidelijkheid willen over het voortbestaan van deze contracten, terwijl verkoper vaak pas met derden wil communiceren zodra de deal voldoende zekerheid biedt.

Wanneer signing en closing niet gelijktijdig plaatsvinden, is het van belang dat partijen afspraken maken over de periode daartussen. Denk aan toegestane handelingen binnen de onderneming of hoe om te gaan met risico’s die zich in de tussentijd voordoen.

 

 

De interim-periode (en de effecten op de verkoopprijs)

Tussen signing en closing kan enige tijd verlopen – soms dagen, soms weken, en in complexe transacties zelfs maanden. Die tussenperiode roept belangrijke vragen op, met als voornaamste: blijft de verkoopprijs nog wel correct op het moment van closing? Het bedrijf blijft immers actief, wat gevolgen kan hebben voor zowel de financiële positie als het dagelijks beheer.

Bij een zogenoemd locked box-mechanisme wordt de prijs vastgelegd op een historische datum, vaak bij signing. Omdat er dan geen prijsaanpassing meer volgt, ontstaat het risico dat de verkoper vóór closing geld onttrekt aan de vennootschap – bijvoorbeeld via tussentijdse dividenden of bonussen. Dergelijke uitkeringen worden vaak aangeduid als leakage. Om dit te voorkomen, worden in de koopovereenkomst verboden en toegestane uitkeringen duidelijk vastgelegd. Soms wordt ook overeengekomen dat de koper rente betaalt over de periode tussen signing en closing, omdat het rendement in die periode in principe niet meer aan de verkoper toekomt.

Bij het gebruik van closing accounts gebeurt het tegenovergestelde: de prijs wordt voorlopig bepaald op basis van een ondernemingswaarde (‘cash and debt free’), en bij closing definitief vastgesteld op basis van onder meer de netto financiële schuld of nettocashpositie op dat moment. De koper loopt daarbij het risico dat de verkoper op kunstmatige wijze die positie probeert te beïnvloeden, bijvoorbeeld door betalingen uit te stellen of voorraden af te bouwen. Dit wordt vaak ondervangen door afspraken over een normale behoefte aan werkkapitaal, gebaseerd op historische cijfers of sectorbenchmarks, en door toepassing van een correctiemechanisme indien afwijkingen worden vastgesteld.

Om de onderneming in stabiele toestand te houden, bepalen partijen vaak dat de verkoper het bedrijf tussen signing en closing voortzet ‘in the ordinary course of business’. Meestal worden hierbij grenzen gesteld aan investeringen, het aangaan van schulden, het wijzigen van contracten of het aannemen of ontslaan van personeel.

Bij langere tussenperiodes kan daarnaast een Material Adverse Change-clausule (MAC) worden opgenomen. Die geeft de koper het recht af te zien van de transactie bij ernstige negatieve ontwikkelingen – zoals ingrijpende wijzigingen in wetgeving, economische omstandigheden of operationele prestaties – al dan niet gekoppeld aan financiële drempelwaarden.

 

 

Conclusie

Hoewel signing en closing vaak hand in hand gaan, kunnen er aanzienlijke periodes tussen deze twee momenten liggen. Gedurende deze tijd is het essentieel om duidelijke afspraken te maken over het beheer van het bedrijf, de prijsaanpassing en mogelijke risico’s. Of het nu gaat om het locked box-mechanisme of closing accounts, het doel is altijd om de waarde van de onderneming te waarborgen en onvoorziene veranderingen of risico’s te beperken. Goede contractuele afspraken beschermen zowel koper als verkoper en zorgen ervoor dat de transactie uiteindelijk zonder onverwachte obstakels wordt afgerond. 

Deze blog is geschreven door