
Prinsjesdag 2025: maatregelen werkgever
Prinsjesdag 2025: maatregelen werkgever
17 september 2025

Op Prinsjesdag is het pakket Belastingplan 2026 gepresenteerd. Wij hebben de belangrijkste maatregelen per thema voor je samengevat. Hierbij zetten we de belangrijkste maatregelen voor werkgevers onder elkaar.
Pseudo-eindheffing niet-emissievrije (lease)auto’sPseudo-eindheffing niet-emissievrije (lease)auto’s
Om afgesproken klimaatdoelen dichterbij te brengen wordt voorgesteld de markt voor zakelijke auto’s die door de werknemer ook privé worden gebruikt, per 2027 te normeren. Het streven is dat alle auto’s die vanaf dat moment door een werkgever ook voor privégebruik ter beschikking worden gesteld aan de werknemer, volledig emissievrij zijn.
Er wordt daarom per 2027 een pseudo-eindheffing met een belastingtarief van 12% over de waarde van de door de werkgever aan diens werknemer ter beschikking gestelde auto (niet volledig emissievrij) voorgesteld. Voor auto’s die uitsluitend in het kader van de bedrijfsvoering ter beschikking worden gesteld, geldt de pseudo-eindheffing niet.
De pseudo-eindheffing is vanaf 1 januari 2027 verschuldigd voor auto’s die vanaf en na die datum voor het eerst ter beschikking worden gesteld door de werkgever. Als een werkgever vóór 2027 een personenauto ter beschikking heeft gesteld aan een werknemer, geldt een overgangsrechttermijn tot 17 september 2030. Na afloop van de overgangsrechttermijn geldt voor alle ter beschikking gestelde auto’s dat de pseudo-eindheffing moet worden betaald.
Verduidelijking fietsregeling
Met ingang van 1 januari 2020 geldt een bijtellingsregeling voor de belastingheffing over het voordeel dat een werknemer geniet als zijn werkgever hem een fiets beschikking stelt die hij ook voor privédoeleinden mag gebruiken (7% van de waarde van de fiets). Die bijtelling is bij fictie in ieder geval van toepassing als de fiets ook voor werk-werkverkeer mag worden gebruikt.
In sommige gevallen leidt de regeling tot onwenselijke gevolgen en onduidelijkheid. Dit is met name het geval bij hubfietsen, ov-fietsen en andere deelfietsen die worden gebruikt voor een (vaak laatste) deel van het woon-werkverkeer. Als gevolg van de genoemde fictie voor woon-werkverkeer is in die situaties per definitie de bijtelling van toepassing.
Voorgesteld wordt daarom om bijtellingsregeling met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020, aan te passen door expliciet te regelen dat als deze fietsen niet of slechts incidenteel (niet meer dan bijkomstig; niet meer dan 10%) bij het woon- of verblijfadres van de werknemer worden gestald een bijtelling van nihil geldt. Dit betekent dat over het gebruik van deze fietsen geen loon- en inkomstenbelasting verschuldigd is.
Voor de aan een onder de inkomstenbelasting vallende ondernemer (IB-ondernemer) ter beschikking staande fiets wordt een soortgelijke wijziging voorgesteld.
Structureel maken RVU-drempelvrijstelling (Regeling voor Vervroegd Uittreden)
Het kabinet, werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties hebben eerder een onderhandelaarsakkoord bereikt waarin onder andere afspraken zijn gemaakt over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU). Er worden diverse maatregelen voorgesteld die ten doel hebben dat de RVU-drempelvrijstelling vanaf 2026 in stand blijft voor werknemers met zwaar werk die niet gezond kunnen doorwerken tot de AOW-leeftijd. Zowel het bedrag van de RVU-drempelvrijstelling als het tarief voor het deel boven de RVU-drempelvrijstelling worden (stapsgewijs) verhoogd.
Versoberen regeling Extra Territoriale Kosten (ETK)
Voor werkgevers bestaat de mogelijkheid om werknemers de extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het kader van de dienstbetrekking onbelast te vergoeden. Voor de onbelaste vergoeding van deze extraterritoriale kosten zijn er twee regelingen: een forfaitaire regeling (de expatregeling) en een regeling op basis van de werkelijke extraterritoriale kosten (ETK-regeling).
Het doel van de regelingen is het creëren van een fiscaal gelijk speelveld tussen werknemers die extraterritoriale kosten maken en werknemers die deze kosten niet maken. Daar is op dit moment geen sprake van. Daarom wordt voorgesteld om de ETK-regeling te versoberen. Deze versobering houdt in dat voor onder de ETK-regeling vallende werknemers de extra kosten van levensonderhoud, waaronder kosten van gas, water, licht en andere nutsvoorzieningen, en extra gesprekskosten voor privédoeleinden met het land van herkomst vanaf 2026 uitgesloten worden als onbelast te vergoeden of te verstrekken extraterritoriale kosten.
Belastingplan 2026
Lees hier alle maatregelen uit het belastingplan 2026 die op Prinsjesdag 2025 zijn gepresenteerd.
Vragen?
Neem gerust contact op met Fabiënne Hol- van Goethem, belastingadviseur, via e-mail of per telefoon op +31 (0)40 240 9464 of met een van onze specialisten die rechtsboven op deze pagina staan vermeld.