Eindejaarstips Fiscaal 2025: haal meer uit je financiën met slimme keuzes

26 november 2025

1. Optimaliseer de verdeling van vermogen tussen box 3 en box 2 

Per 1 januari 2026 wordt het forfaitaire rendement op overige bezittingen (zoals beleggingen, tweede woningen en vorderingen) verhoogd van 5,88% naar 7,78%. Dat betekent dat de Belastingdienst er vanuit gaat dat je op dit soort bezittingen een rendement van 7,78% over het jaar 2026 gaat realiseren. Vanaf 2026 worden deze bezittingen in box 3 dus zwaarder belast. 

Verwacht je een lager rendement op je bezittingen in box 3? Overweeg dan deze nog voor het einde van het jaar als agio in je bv te storten. Dit kan je belastingdruk in box 3 verlagen voor 2026. 

Let wel op! 

• Het gestorte vermogen moet minimaal zes maanden aaneengesloten in de bv blijven. 

• Als je het vermogen later onbelast terug naar privé wilt halen, kan dit alleen via een notariële akte. 

2. Voorkom excessief lenen van je bv 

Het einde van het jaar is ook het peilmoment voor de Wet excessief lenen. Heb je als dga een schuld bij je eigen bv (of een bv waarin jij of je partner minimaal 5% belang heeft) die op 31 december hoger is dan het maximumbedrag, dan wordt het bedrag boven dit maximumbedrag aangemerkt als fictief dividend en betaal je daarover inkomstenbelasting in box 2. Het maximumbedrag bedraagt in principe € 500.000 tenzij je in voorgaande jaren al eens met excessief lenen te maken hebt gehad. De belastingheffing bedraagt 24,5% tot 31%, afhankelijk van de hoogte van je totale box 2 inkomen. Hypothecaire leningen voor de eigen woning tellen onder bepaalde voorwaarden niet mee. 

Samen met je adviseur kun je nagaan of excessief lenen bij jou van toepassing is en of aflossing of herfinanciering interessant is.  

3. Gebruik de lage schijf in box 2 

Keert je bv dividend uit aan jou privé? Dan betaal je hierover belasting in box 2. In 2025 geldt voor een inkomen in box 2 tot € 67.804 (of € 135.608 met fiscaal partner) een tarief van 24,5%, en voor het meerdere daarboven 31%. Deze tarieven blijven in 2026 ongewijzigd, al wordt de grens van de lage schijf dan beperkt verhoogd naar € 68.843 (fiscale partners € 137.686). 

Heb je ruimte om dividend uit te keren? Overweeg dan om vóór het jaareinde een dividenduitkering te doen tot het maximum van de eerste schijf (€ 67.804, of € 135.608 als je een fiscaal partner hebt). Zo profiteer je nu van het lage 24,5%-tarief en beperk je een toekomstige uitkering tegen 31%. 

Let wel op!  

• Vraag tijdig na de dividenduitkering een (nadere) voorlopige aanslag inkomstenbelasting aan om belastingrente te voorkomen.  

• Een dividenduitkering verhoogt je verzamelinkomen (en mogelijk je vermogen in box 3), dat invloed kan hebben op bijvoorbeeld de algemene heffingskorting of andere (belasting)heffingen. 

4. Beoordeel de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting 

Als je structuur bestaat uit meerdere bv’s die een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vormen, kijk dan kritisch naar de samenstelling van de fiscale eenheid. Binnen een fiscale eenheid worden de winsten van de gevoegde bv’s namelijk samengevoegd, waardoor je maar één keer gebruik kunt maken van de lage Vpb-tariefschijf van 19% over de eerste € 200.000 winst. Over het meerdere is de fiscale eenheid 25,8% vennootschapsbelasting verschuldigd. Door de fiscale eenheid ten aanzien van bepaalde vennootschappen te verbreken kunnen deze bv’s afzonderlijk gebruikmaken van het lage Vpb-tarief van 19% over de eerste € 200.000 winst, wat per bv een belastingvoordeel €13.600 kan opleveren. 

Let wel op! 

• Voor verbreking van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting moet een verzoek worden gedaan bij de Belastingdienst. De verbreking kan niet met terugwerkende kracht worden aangevraagd. 

• Het verbreken van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan ook andere (onbedoelde) fiscale gevolgen hebben. Beoordeel voor verbreking van de fiscale eenheid daarom samen met je adviseur de potentiële aandachtspunten. 

5. Benut de jaarlijkse schenkingsvrijstelling 

Heb je de jaarlijkse schenkingsvrijstelling nog niet benut? Dan kun je vóór het einde van 2025 nog een belastingvrije schenking van € 6.713 aan je kind doen. Meer schenken? Maak gebruik van de eerste tariefschijf van 10% tot een bedrag van € 154.197. Je kunt dus in totaal € 160.910 schenken tegen het lage tarief van 10%. Tip: deze vrijstelling en het gunstige tarief gelden niet alleen voor eigen kinderen, maar ook voor stiefkinderen en pleegkinderen. In samengestelde gezinnen kan dit een mooie kans zijn om vermogen fiscaal vriendelijk over te dragen. 

Vanaf 2026 worden niet-erkende biologische kinderen gelijkgesteld met kinderen voor de schenk- en erfbelasting. Heb je een biologische band met een kind dat niet juridisch is erkend? Dan kun je vanaf 2026 ook voor schenkingen aan dat kind gebruikmaken van het lage tarief en de hogere vrijstelling.